Startklaar staan ze, de ondernemers die zich verenigen in de nieuwe Initiatiefgroep Ladonk. Deze groep komt op voor de belangen van werkgevers en -nemers, maar biedt bovendien ook een platform om overleg te voeren met de politiek en burger. En zodra de coronamaatregelen weer bijeenkomsten toelaten, zal de eerste bijeenkomst plaatsvinden. Wij spraken Jan Marcelis, die deel uitmaakt van de initiatiefgroep over de uitdagingen die er liggen.
Zonder tegenslag had de initiatiefgroep al volop aan de slag moeten zijn met het tackelen van verschillende uitdagingen op industrieterrein Ladonk. “Er stond eigenlijk niets in de weg om verder te gaan”, blikt mede-initiatiefnemer Jan Marcelis terug op vorig jaar. Maar doordat de coronacrisis de kop op stak werd fysiek overleg bemoeilijkt en werden netwerkbijeenkomsten nagenoeg onmogelijk.
Oorspronkelijk zou op Ladonk helemaal geen initiatiefgroep gerealiseerd worden, maar een zogeheten Bedrijven Investeringszone (BIZ). Dat is een afgebakend gebied (Ladonk), waarin ondernemers verplicht een soort belasting afdragen om collectief zaken als veiligheid en verkeer te regelen. “Maar er was dermate veel weerstand tegen dat daar vanaf is gezien”, vat Marcelis het moeizame proces zo’n club op te richten samen. “Zo’n BIZ moet natuurlijk geen doel op zich worden. Het doel is om met elkaar in gesprek te gaan. Daarom is gekozen voor deze initiatiefgroep.”
Initiatiefgroep Ladonk moet straks, wanneer er wel weer fysieke bijeenkomsten georganiseerd kunnen worden, met klankbordgroepen thematisch diverse uitdagingen op het industrieterrein gaan oppakken. Die zijn onderverdeeld in thema’s als bereikbaarheid, duurzaamheid en uitdagingen op het gebied van de arbeidsmarkt. Samen met de lokale overheid hopen de ondernemers bijvoorbeeld oplossingen te vinden voor de beperkte uitbreidingsmogelijkheid die bedrijven op Ladonk hebben. Zo kan bijvoorbeeld gekeken worden naar de mogelijkheden die er liggen nu op industrieterrein Vorst B de eisen voor deelname aan het GreenTech Park versoepeld zijn met de komst van een nieuw gemeentebestuur.
Als eerste komt het thema ‘veiligheid’ aan bod. Daarbij moet je bijvoorbeeld denken aan de zoektocht naar een gedragen aanpak van criminaliteit. Omdat het thema veiligheid alle ondernemers raakt, is gekozen deze als eerste aan te pakken.
“Maar er zijn ook raakvlakken met bijvoorbeeld het thema verkeer”, aldus Marcelis. Een voorbeeld daarvan is het realiseren van een veilige oplossing voor fietsverkeer dat vanuit Lennisheuvel naar Boxtel wil. Ook hardrijders en het aanpakken van sluipverkeer van en naar het industrieterrein zijn aandachtspunten.
Dat bleek ook uit een inventarisatie van de ideeën die ondernemers en werknemers konden achterlaten in ideeënbussen. Die had de CDA-fractie in december bij diverse bedrijven geplaatst. Verkeersveiligheid werd vaak genoemd en de christendemocraten hebben het nieuwe college van B & W inmiddels ook gevraagd om mee te denken in oplossingen.
Een ander CDA-voorstel dat uit de recente ideeënbuscampagne naar voren kwam is het oprichten van een soort denktank van ondernemers op het Boxtelse industrieterrein. “Dat is een beetje hetzelfde als wat wij aan het doen zijn”, doelt Marcelis op de nog op te richten klankbordgroepen.
Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat daarin niet alleen vertegenwoordigers van bedrijven en de gemeente komen. “Maar ook bijvoorbeeld scholen zoals Helicon of de brandweer”, noemt Marcelis enkele voorbeelden voor de klankbordgroep veiligheid. Daarmee moet zwart-/witdenken voorkomen worden: “Ik vergelijk het wel eens met de Verenigde Staten, waar je republikein óf democraat bent. Maar er zit ook altijd iets in het midden.”
Met een laagdrempelige dialoogsessie wil de initiatiefgroep de discussie naar een nieuw niveau tillen. “Daar hebben we erg veel belangstellenden voor”, vertelt Marcelis trots. “Zelfs ook mensen die zich spontaan aangemeld hebben.” Het wachten is nu op het moment dat de ontwikkelingen rond het coronavirus weer wat lucht bieden om fysiek het gesprek aan te gaan. Volgens Marcelis is het juist die laagdrempelige, fysieke mogelijkheid om bijeen te komen die zo’n dialoog tot een succes kan maken.
Ook het vinden van voldoende geschikt personeel in de regio is een uitdaging die de initiatiefgroep aan gaat. Want bij sommige bedrijven werkt personeel dat ver moet reizen tussen woonplaats en werk.
Enerzijds is dat volgens Marcelis geen puur lokaal probleem. “De landelijke trend is natuurlijk dat er een flink tekort is aan technische mensen.” Marcelis ziet dat ook bij Vion, waar hij directeur is van de afdeling die verantwoordelijk is voor varkensvlees: “Wij hebben een technische dienst van zestig personen. En we hebben het liefst dat die bijna om de hoek wonen.”
Hij wijst op het kostenaspect en de snelheid waarmee lokaal personeel ter plaatse kan zijn. Daarnaast is de milieuwinst natuurlijk aanzienlijk als die zestig werknemers gezamenlijk iedere dag tientallen kilometers minder zouden rijden. “Waarom zou je vanuit hier naar Oost-Nederland rijden?”, vraagt hij zich hardop af.
Samen met de initiatiefgroep en de lokale politiek wil Marcelis op zoek naar oplossingen voor het hardnekkige gebrek aan lokale arbeidskrachten. “Zo lang er nog mensen uit Boxtel heel het land door reizen en we hebben zelf de vraag naar hen, zit er nog steeds rek in.” Het gemeentebestuur bevestigt dat momenteel gekeken wordt naar een integrale aanpak. Een woordvoerder wijst erop dat al gewerkt wordt aan de tender voor huisvesting van arbeidsmigranten en de samenwerking met WSD rondom dit onderwerp.
De komst van vijf nieuwe wethouders, waarvan Mariëlle van Alphen met haar portefeuilles Economie en Bedrijfsterreinen het belangrijkste aanspreekpunt wordt, biedt volgens Marcelis kansen. Want daar waar het overleg van de industriebedrijven met de gemeente voorheen nogal eens stroef liep, zitten nu nieuwe gezichten tegenover elkaar aan tafel.
Hoewel Marcelis niet ontkent dat de politiek en het bedrijfsleven soms botsen, legt hij zich daar bij neer. “Het is natuurlijk makkelijk om de politiek te beschuldigen van zwalkend beleid”, stelt Marcelis. “We hebben nu eenmaal te maken met het feit dat we in een democratie leven.” Hij is wel blij dat het huidige college, onvoorziene omstandigheden daar gelaten, in ieder geval de komende 5,5 jaar de scepter zwaait.
Dat de coalitie gevormd wordt door lokale partijen kan volgens Marcelis bijdragen aan een betere samenwerking. Bijvoorbeeld doordat de coalitie zich niet hoeft te conformeren aan landelijk uitgestippelde lijnen.
Marcelis wijst erop dat belanghebbenden op Ladonk zich nog steeds kunnen aanmelden voor de klankbordgroepen via info@klankbord-ladonk.nl.
Zoals u mogelijk hebt gelezen in de krant, start de gemeente Boxtel een onderzoek naar geluidsoverlast rondom industrieterrein Ladonk. Omdat uw bedrijf gevestigd is op het industrieterrein willen we u informeren over dit onderzoek.
Het afgelopen jaar heeft de KVO-werkgroep zowel een middag- als een avondschouw uitgevoerd op bedrijventerrein Ladonk. Hierbij zijn enkele verbeterpunten geïdentificeerd en aangepakt. Over het algemeen was de werkgroep tevreden over de staat van het bedrijventerrein en de panden.
Klankbord Ladonk is een initiatief van ondernemers die zich vanaf de Corona tijd inzetten voor een beter vestigings- en investeringsklimaat op Industrieterrein Ladonk. Om de structurele samenwerking tussen de ondernemers onderling én een professionele interactie met externe partijen (denk aan Gemeente Boxtel, Provincie, netwerkbedrijven) mogelijk te maken is een stichting opgericht; Stichting Klankbord Ladonk Boxtel (SKLB).